Taalstoornissen

Taal

De taalontwikkeling verloopt volgens verschillende stadia. Bij sommige kinderen duiken er problemen op tijdens de taalontwikkeling. Het kan gaan om een vertraagd verloop, waarbij therapie voor een inhaalbeweging kan zorgen. Er kan ook sprake zijn van een afwijkend verloop met een onderliggende taalstoornis. Een geïndividualiseerde aanpak is hierbij van belang. Ook wordt ingezet op psycho-educatie aan de omgeving. Zeker bij jongere kinderen is ouderbegeleiding van cruciaal belang: het leren van taal gebeurt namelijk in de eerste plaats vanuit de interactie met ouders. De ouders worden betrokken om de therapie te ondersteunen en efficiënter te maken. 

Er is sprake van een taalprobleem/-stoornis wanneer een kind op gebied van taal in belangrijke mate achterblijft of wanneer de taalontwikkeling anders verloopt dan bij leeftijdsgenootjes. Indicaties:

Taalbegrip

  • Niet of onvoldoende begrijpen wat anderen zeggen
  • In een omgeving met veel rumoer wordt taal moeizaam begrepen
  • Moeite met het begrijpen van schriftelijke taal

Taalproductie

Verstaanbaarheid:

  • Moeilijk verstaanbaar
  • Uitspraakfouten (fonologische spraakklankstoornissen)
  • Woordenschat en woordvinding:
    • moeizame opbouw van woordenschat
    • beperkte woordenschat
    • moeite met onthouden van nieuwe woorden
  • Woordvindingsmoeilijkheden (moeite om op een woord te komen)

Zinsbouw:

  • Moeizame zinsontwikkeling
  • Zinnen zijn erg kort. Woorden worden weggelaten
  • Zinnen vertonen woordvolgordefouten
  • Fouten tegen werkwoordvervoeging, verbuigingen (vb. meervoudsvormen) en correct gebruik van lidwoorden (vb. de of het), voornaamwoorden (vb. hij/zij, haar/zijn, hem/haar)

Communicatie:

  • Moeite met beurtgedrag
  • Niet bij het onderwerp blijven
  • Moeite met het vertellen van een verhaal of gebeurtenis
  • Moeite met het onder woorden brengen van gevoelens